Voltaire

Voltaire

zondag 29 mei 2011

hoofdstuk 20

20. Samen met Martijn, de Amsterdamse boekenverkoper, ging Candide weg naar bordeaux. Candide vraagt martijn wat hij vindt over Pangloss’ ideeën. Martijn vertelt Candide dat hij iemand is dat een goed en slecht beginsel aanvaardt. Martijn vertelt dat hij veel heeft beleefd en ervaren, waardoor hij dus manicheeër is geworden. In de verte zien ze twee schepen dat vechten, een schip gaat ten onder, zonk, dat was de schip van de Hollandse kapitein. Volgens Candide kreeg hij zijn verdiende loon. Volgens Martijn heeft hij nooit wat goeds gezien in de wereld. Onderweg vindt Candide zijn schaap terug. Hij is heel gelukkig en is ervan overtuigd dat hij nu ook Cunegonda zal terugvinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten